Pijlers van de samenleving: ‘Het verschil maken tussen leven en dood’

Nieuws
Afbeelding
(Foto: Monique van Driel)

Drieëntwintig vrijwillige bemanningsleden telt Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Station Ter Heijde. Vijftien voor de boot, de acht man sterke walploeg bemant het kusthulpverleningsvoertuig en de bootwagen. Schipper Arno Vogelaar (38) uit Monster is eindverantwoordelijk voor het complete reilen en zeilen van station en bemanning.

door Inge Huijding

Geen geringe klus, vindt hij zelf ook. 24/7 staat het team klaar om vrijwillig en onder alle omstandigheden mens, dier en materieel te redden, op zee en op het strand. Arno zorgt samen met de plaatsvervangend schippers dat het station permanent operationeel is. Naast de praktijk van acties en trainen betekent dat veel organisatorisch en logistiek werk.

Vertrouwen

De bootbemanning voert reddingsacties uit op zee, de walploeg komt in actie ter ondersteuning, voor het vervoer van slachtoffers en bijvoorbeeld bij zoekacties op het strand of als er een jacht vastloopt op de zandmotor. “We moeten binnen een kwartier kunnen uitvaren. ‘s Nachts zijn mensen thuis en is het rustig op de weg, dan zitten we binnen enkele minuten op zee”, vertelt Arno.

Twee keer per week komt het hele team bij elkaar. “De maandagavond is voor onderhoud, van materieel tot en met ramen zemen en onkruid weghalen. Alles in en rond het boothuis. Op zaterdagochtend oefenen we. Daarbij pakken we elk onderdeel aan, klimmen zelfs met touwladders op tankers, compleet met zuurstof, AED en brancard. We oefenen voor elke denkbare situatie, ook met windkracht 9 gaan we erop uit. Onze boot kan alle weersomstandigheden aan, maar moeten altijd door de branding en dat is een extra risico. We moeten blindelings op elkaar kunnen vertrouwen.”

Adrenaline

KNRM-vrijwilligers volgen diverse trainingen. “Vaarbewijs, marifoon, radarwaarnemen, brandbestrijding, EHBO, reanimatie en zuurstof toedienen”, somt Arno op. “We zijn eigenlijk ook brandweer, ambulance en sleepdienst. Daarnaast hebben we uitgebreide praktijktrainingen overleven op zee. Ik vind het belangrijk dat bemanningsleden zoveel mogelijk kennis opdoen en breed inzetbaar zijn. Bij de oefeningen laat ik ze ook zoveel mogelijk rouleren. Eén ding kun je trouwens niet trainen: adrenaline, spanning. Geen actie is hetzelfde, en bijvoorbeeld omstandigheden thuis kunnen je gevoeliger maken.”

Het thuisfront is sowieso van groot belang, benadrukt Arno. “Als je pieper gaat laat je letterlijk alles vallen waar je mee bezig bent, dag en nacht. Thuis moeten ze dan wel achter je staan. Ook als team zijn we heel hecht. Je maakt veel met elkaar mee, weet ook veel van elkaar. Na afloop van een actie zitten we altijd nog even met een drankje, delen de emotie over wat er is gebeurd.”

Leven en dood

Vrijwilligerswerk bij de KNRM kent zonder meer een avontuurlijk aspect, beaamt Arno. “Ontdekken wat je zelf kunt, wat je met je team kunt is geweldig. Als we terugkomen van een actie waar iedereen vol aan de bak moest, waar het zonder ons niet goed was afgelopen, dan ben ik supertrots op het team. Maar je weet nooit wanneer je in actie moet komen, en ook niet wanneer je terugkomt. Het kan ingrijpend zijn, twee dagen achter elkaar een reanimatie bijvoorbeeld, dat gaat je niet in je koude kleren zitten. En soms is het gewoon gevaarlijk. Daar sta je wel bij stil, maar niet te lang. Uiteindelijk is het vooral prachtig als je iemand kunt helpen. Daar doe je het voor. Als je eenmaal het verschil hebt gemaakt tussen leven en dood, dat is niet in centen uit te drukken.”