Gerard van Hoeven: ‘Vraag het ons gerust. Wij zijn altijd dichtbij’

Nieuws
Gerard van Hoeven van Rabobank Westland voor Hotel Maassluis.
Gerard van Hoeven van Rabobank Westland voor Hotel Maassluis. (Foto: Thierry Schut)

Terwijl de wereld snel verder digitaliseert en banken hun kantoren sluiten, wil Rabobank Westland zichtbaar en vooral benaderbaar blijven. “Dat is en blijft onze kracht”, zegt directeur Gerard van Hoeven.

Kan het nóg dichterbij? Voor Gerard van Hoeven vandaag niet. We spreken de directeur van Rabobank Westland in het fonkelnieuwe Hotel Maassluis, een thuiswedstrijd dus voor Van Hoeven, die zelf ook in Maassluis woont. Hij zit nog niet eens of een van de medewerkers schiet hem al aan. Hoe hij zijn studentenrekening kan laten omzetten? “Dat dus”, lacht Van Hoeven, “een beter voorbeeld van onze campagne ‘Kan het nóg dichterbij?’ kan ik niet geven.”

Benaderbaar

De nieuwe Rabobank Westland campagne ‘Kan het nóg dichterbij’ in het kort: de wereld verandert snel en de banken veranderen mee. Digitalisering zorgt voor een andere manier van bankieren: alles online, kantoren verdwijnen, maar juist Rabobank Westland wil toch middenin in de samenleving blijven staan. In de campagne die deze week is gelanceerd, zie je Rabobank medewerkers op de fiets, in de sauna, op het voetbalveld en in de sportschool bankgerelateerde vragen beantwoorden.

Van Hoeven: “We zijn altijd benaderbaar geweest, dat is onze kracht en we blijven dat dus ook. Alleen moeten mensen dat wel weten. De nieuwe campagne legt uit dat je medewerkers van de Rabobank altijd en overal vragen mag stellen, ook in hun vrije tijd. Dan hoeft het niet een heel gesprek te worden, maar met een kort antwoord of een doorverwijzing naar een van je gespecialiseerde collega’s kun je mensen ook al enorm op weg helpen.”

Prettig

Hij geeft nog een voorbeeld. “Ik ben veel te vinden bij Excelsior Maassluis en dan krijg ik genoeg vragen. “Gerard, kan ik je maandag bellen?” Ik zeg dan: “Kan ook nu even, hoor”. Wil iemand weten bij wie hij moet zijn voor een hypotheekgesprek. Ik zeg hem dan dat ik er voor zal zorgen dat hij maandag wordt teruggebeld. Het is een kleine moeite en op deze manier worden mensen toch gehoord. Geeft een prettig gevoel.”

In feite, besluit Van Hoeven, verandert er niet veel. “De meeste van onze medewerkers waren hier al mee bezig, zonder dat ze het zelf misschien door hadden. Ze kregen altijd wel vragen van mensen en hielpen ze dan ook op een goede manier. Het verschil is dat wij dat nu stimuleren. Vraag het ons gerust. Wij zijn altijd dichtbij.”