Geschiedenis eerste (en enige) tuinbouwschool voor meisjes beschreven

Nieuws
"Meisjes aan het schoffelen voor het hoofdgebouw." (Foto: "Archief")

Op 20 oktober verscheen het boek: ‘Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw’. Het beschrijft de unieke geschiedenis van de eerste middelbare tuinbouwschool voor meisjes in Nederland te Rijswijk. Letterlijk uniek, want het zal bij die ene school blijven. Auteur is Frans Holtkamp van de Historische Vereniging Rijswijk.

Frans Holtkamp werd in de nazomer van 2013 getipt over Ant Post. Zij was directrice van Huis te Lande van 1963 tot 1983. Frans: “Zit ik daar tegenover een kwieke dame van 91 jaar. Helder van geest. Ze vertelt zó’n bijzonder verhaal, dat ik ter plekke verliefd wordt op Huis te Lande!” Vanaf dat moment verdiept Frans zich in de geschiedenis van Huis te Lande. Door drie oud-betrokkenen van de school - Julia Voskuil (oud-leerling), Tonny Speetjens (oud-docent) en Jan Weideveld (oud-adjunct) - wordt hij geholpen bij het uitgeven van het boek.

Twee leerlingen

Jacoba Hingst en Cornelia Pompe staan aan de wieg van de school. De vermogende Hingst koopt begin twintigste eeuw twee hectare grond aan de Van Vredenburchweg en laat er een villa bouwen met daarin woonruimte, een leslokaal en laboratorium. Het terrein wordt een modeltuin: er verschijnen kassen, een stookinstallatie, een loods, een pakschuur, een huis voor de ‘tuinbaas’, een soos voor de meisjes, een siertuin, een boomgaard en nog veel meer. Als de ‘inrichting’ in 1907 klaar is, kan het onderwijs starten. Hingst denkt vooral aan meisjes die met een notaris, dokter, dominee of rechter zullen trouwen en wil hen bekwaam maken om leiding te kunnen geven aan het werk in de tuin rondom hun toekomstige woning. Er melden zich twee leerlingen. Een van hen is met naam bekend: Christina Soeters.

Raad van Bestuur

Pompe wordt ziek en overlijdt in 1911. Het voortbestaan van de school is nu onzeker. Op aanraden van derden besluit Hingst een Raad van Bestuur op te richten. Maar de financiële situatie blijft penibel. Frans: “Er moet bij het Ministerie van Landbouw gesoebat worden om subsidie. Tuinbouwonderwijs aan meisjes vindt men maar niks. Hingst houdt vol en krijgt het voor elkaar! Vanaf nu stelt het Ministerie eisen: het schoolgeld moet omlaag en daarmee de drempel voor dochters van minder bemiddelde ouders. Dit is de eerste stap van een elitaire naar een ‘gewone school’.”

Kunstzinnig

Hingst wordt in 1937 opgevolgd door Erna Casparé. Met haar antroposofische achtergrond wekt zij - tegen de zin van de Raad van Bestuur in - belangstelling voor de biologisch-dynamische teeltmethode. Bovendien schoeit zij het onderwijs op een kunstzinniger leest. Na 26 jaar wordt Casparé in 1963 opgevolgd door Ant Post. In de twee decennia van haar ‘bewind’ zal zij de school steeds meer ‘bij de tijd’ brengen, daarbij in de rug gesteund door de Mammoetwet van 1968. Frans: “Post heeft heel goed begrepen dat de school alleen overeind kan blijven, als er jongens worden toegelaten. Ze bereidt dat voor, maar maakt het niet meer mee.”

Post zaait jongens, de vierde directrice Marjolijn Pouw (1983-1991), zal ze oogsten: in 1985 verschijnt de eerste mannelijke leerling: Mark Kneppers. Pouw heeft haar handen vol aan de eerste grote fusie tot Groene Delta. Haar opvolger Peter Kraaijeveld krijgt een tweede grote fusie voor zijn kiezen: vanaf 1 augustus 2001 heet de school Wellant mbo Rijswijk. Maarten Guichelaar volgt hem in 2006 op.

Huis te Lande ontwikkelt zich steeds meer tot een doorsnee mbo-school. Het meisjesschool-adagium van weleer ‘Huis te lande is meer dan een school, het is een beleving’ is in rook opgegaan.

Het boek is te bestellen via www.historischeverenigingrijswijk.nl/boek-huis-te-lande.