Militairen herbegraven op Ereveld Grebbeberg

Nieuws
"Militairen leggen bloemen bij het graf. Links staat een trompettist in een Nederlands uniform uit de Tweede Wereldoorlog." (Foto: "Aaron Zwaal")

Op het Militair Ereveld Grebbeberg in Rhenen zijn woensdag 7 april de stoffelijke resten herbegraven van drie militairen. Twee van hen sneuvelden in de Tweede Wereldoorlog in Westland en lagen begraven op de rooms-katholieke begraafplaats aan de Dijkweg in Naaldwijk. De derde, uit Purmerend, bezweek als krijgsgevangene. De graven van de soldaten Eduard Michels, Johannes Bronswijk en Ferdinand Leers stonden op de nominatie om te worden geruimd. Op verzoek van de Oorlogsgravenstichting zijn ze daarom overgebracht naar het Ereveld Grebbeberg.

Rustplaats

Dit is gedaan door de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL). Met deze herbegrafenissen in het bijzijn van nabestaanden geeft de landmacht invulling aan haar credo: ‘Wij zijn verbonden met onze voorvaderen, wij eren onze gesneuvelden en wij zorgen voor onze gewonden’. Een detachement van het 11e Infanteriebataljon Garderegiment Grenadiers & Jagers droeg de stoffelijke resten naar de laatste rustplaats. De soldaten dienden bij de regimenten Grenadiers en Jagers.

Hinderlaag

Eduard Michels uit Amsterdam (1919) was automonteur. Op 10 mei 1940 maakte hij als dienstplichtige deel uit van de 48e Compagnie Pantserafweergeschut. Michels was daar motorrijder. Hij ging op patrouille toen zijn commandant om vrijwilligers vroeg. Tijdens deze verkenning reed de sectie in Heenweg in een hinderlaag van Duitse parachutisten. Hierbij sneuvelde Michels.

Johannes Bronswijk uit Naaldwijk (1920) was tuinarbeider. In oktober 1939 kwam hij als dienstplichtige bij het Regiment Jagers. Op 10 mei 1940 sneuvelde Bronswijk in de vroege ochtend, tijdens de felle gevechten met Duitse luchtlandingseenheden op het vliegveld Waalhaven bij Rotterdam.

Ferdinand Leers uit Purmerend (1919) was de derde militair. Hij bezweek op 11 februari 1945 in het Duitse Aschersleben aan ziekte. Hij werkte toen bijna drie jaar als krijgsgevangene in de Duitse industrie.