Hans (65) wacht op een match: ‘Ik wil mijn kleinkinderen kunnen vasthouden’

Nieuws
Hans van Steekelenburg (l.) en Ardi Voskamp in het HagaZiekenhuis.
Hans van Steekelenburg (l.) en Ardi Voskamp in het HagaZiekenhuis. (Foto: Privu00e9)

Donderdag 8 april werd Hans van Steekelenburg 65 jaar. Dat ging anders dan anders. Niet vanwege maatregelen vanuit het RIVM, maar omdat hij in het HagaZiekenhuis verblijft. Hans heeft leukemie.

De vlaggen hangen in de ziekenhuisgang en hij gaat graag op de foto met medepatiënt en mede-Naaldwijker Ardi Voskamp, maar echt reden voor feest is er niet. “We kregen taart van het ziekenhuis”, vertelt Hans. “Die was lekker. Ja, ze zorgen hier echt goed voor me. Volgens mij is dit wel de beste plek om te zijn als je zoiets hebt.” ‘Zoiets’ is in dit geval leukemie; bloedkanker waarbij stamcellen van een geschikte donor een kans op genezing bieden. Het probleem is dat de kans op een match met een donor die geen directe familie erg klein is èn dat er te weinig donoren zijn.

Chemo

Hans kwam drie jaar geleden voor het eerst in de medische molen. Op 8 mei 2018 krijgt de Naaldwijker te horen dat er ‘iets’ in zijn hoofd zit. In eerste instantie wordt gedacht aan een glioblastoom; een zeer agressieve hersentumor. “Dat betekende eigenlijk dat ik gewoon dood zou gaan”, vertelt Hans. “Gelukkig bleek het later een lymfoom te gaan. Dat is nog steeds een kanker, maar die is beter te behandelen.”

Hans gaat direct een zwaar traject in waarbij zijn eigen stamcellen worden geoogst en hij daarna chemokuur krijgt. “Ik kreeg vier keer achter elkaar zeven dagen chemotherapie met tussendoor een verblijf thuis. Na de vierde behandeling werden mijn stamcellen weer teruggeplaatst. De bedoeling is dat de chemo alles kapotmaakt en dat je stamcellen daarna de restjes opruimen, zeg maar. Dat was eigenlijk best goed gegaan. Ik ben daarna twee jaar schoon geweest.”

Gevecht

Krap twee maanden geleden werd Hans weer in het ziekenhuis opgenomen. “Ik was met het gezin een dagje uit geweest en toen we thuiskwamen ging het niet goed. In het ziekenhuis kreeg ik te horen dat ik leukemie heb. Kennelijk is er tijdens de chemo ergens een celletje in mijn lijf de verkeerde kant op gesprongen, waardoor de bloedkanker zich manifesteerde.” Opnieuw kreeg Hans te horen dat hij rekening moest houden met het ergste. “De doktoren vertelden me dat er drie opties waren: nietsdoen en dan zou ik binnen vijf weken dood zijn; een levensverlengende behandeling die me één tot anderhalf jaar extra zou geven of; opnieuw het gevecht aangaan.” De Naaldwijker koos voor het laatste. “Ik wil er blijven voor mijn vrouw en mijn kinderen. Ik wil mijn kleinkinderen, als die er komen, kunnen vasthouden en zien opgroeien.”

Match

Opnieuw moeten het stamcellen zijn die Hans gaan redden. Het probleem is echter dat het niet zijn eigen stamcellen kunnen zijn. Daarom staat hij op de lijst voor een donatie en wacht hij op een match. Maar de tijd dringt. “Ik hoop over een week of twee weer naar huis te kunnen. Dan moet ik drie á vier weken aansterken en dan zou ik klaar zijn voor de donatie, in het LUMC in Leiden. Maar dan moet er wel een match met een donor zijn. En als die er niet is? Dan gaan ze proberen me zo lang mogelijk in leven te houden totdat die er wel is...”

Hans hoopt dat zijn situatie mensen ertoe beweegt zich aan te melden als donor.

[KADER]

Over stamceldonatie

Een patiënt met leukemie of een andere ernstige bloedziekte kan genezen dankzij de gezonde stamcellen van een donor. Nog steeds is het niet mogelijk om voor elke patiënt op tijd een passende stamceldonor te vinden. Alle niet-verwante stamceldonoren die in Nederland wonen staan bij Matchis geregistreerd. Matchis zoekt in de wereldwijde donorbank naar een matchende donor. De kans dat er een goede match is tussen een niet-verwante donor en een patiënt is enorm klein. Daarom is het belangrijk dat er heel veel donoren geregistreerd staan. Pas wanneer er een match is met een patiënt, wordt je opgeroepen om stamcellen te doneren.

Meer weten over stamceldonatie? Bezoek www.matchis.nl.