Handballen in de schaduw van ‘grote zus’ Quintus

Sport
Judith van Zeijl (r.) en Kirsten Zuijderwijk: "We laten ze op het veld wel zien dat het niet maar alleen lachen, gieren, brullen is."
Judith van Zeijl (r.) en Kirsten Zuijderwijk: "We laten ze op het veld wel zien dat het niet maar alleen lachen, gieren, brullen is." (Foto: Rolf van Koppen Fotografie)

De overeenkomsten op handbalgebied tussen Kirsten Zuijderwijk (24) en Judith van Zeijl (22) zijn groot. Beiden begonnen op jonge leeftijd met handballen bij Verburch en debuteerden op zeer jonge leeftijd in het eerste elftal van de Poeldijkers.

door Youri Zaat

Van Zeijl heeft zich naar het aanvoerderschap van HV Verburch geknokt, terwijl Zuijderwijk enkele kilometers verderop bij buurman VENECO/VELO al jaren een vaste kracht is. Handballen in de schaduw van grootmacht HV Quintus, hoe vergaat hen dat?

In de hoofdklasse, het vierde niveau van de nationale handballadder, vechten de dames van Verburch tegen de stempel van gezelligheidsvereniging. Zolang die gezelligheid maar met presteren gepaard gaat, kan Van Zeijl, die in januari de studie bedrijfskunde afrondde, zich er wel in vinden. “We spelen een aantal divisies lager en zijn een kleinere vereniging dan bijvoorbeeld Quintus of VELO. Laat iedereen die bij ons komt maar denken dat we een gezelligheidsvereniging zijn, dan laten we ze op het veld wel zien dat het niet maar alleen lachen, gieren, brullen is.”

Piepjonge debutante

Opbouwster Van Zeijl doorliep de hele jeugd van Verburch en debuteerde als 14-jarige in het eerste elftal. Toen zij onder trainer René Zwinkels haar eerste minuten maakte, was Zuijderwijk al een aantal jaar een vaste kracht in de Poeldijkse hoofdmacht. “Kirsten was toen 16 of 17, maar al enorm groot en sterk. Op het midden is ze dat nu nog steeds”, vertelt van Zeijl. “Judith kwam als broekie kijken, was vrij klein, maar watervlug”, countert Zuijderwijk, die zeven jaar geleden de stap naar VELO maakte.

Overstap

In Wateringen is Zuijderwijk, die als fysiotherapeute werkt en in Poeldijk woont, met VELO actief in de eerste divisie. Eén niveau onder Quintus. “Quintus wordt vaak als de grote zus van VELO gezien. De afgelopen jaren zijn er veel jeugdspelers van ons naar Quintus vertrokken. Het is een logische stap, maar wel iets waar VELO niet per se beter van wordt. Ik heb het gevoel dat het voor sommige spelers beter is om nog iets langer bij VELO te rijpen en dan pas de stap te maken. Dat kan voor alle partijen voordelig uitpakken.”

Of het duo zelf ooit nadacht over een stap naar Quintus? “Ik hoopte daar wel op in de periode dat ik als jonkie in het eerste van Verburch speelde”, vertelt Van Zeijl. “Maar rond mijn zestiende scheurde ik mijn kruisband af en na de revalidatie heb ik er bewust voor gekozen om bij Verburch te blijven. Nu ben ik aanvoerder en een voorbeeld voor de nieuwe lichting, dat is natuurlijk hartstikke mooi.” Ook Zuijderwijk hoopte in haar jonge jaren wel eens dat de handbalgrootmacht uit Kwintsheul bij haar zou aankloppen. “Maar toen ik toe was aan een nieuwe stap, meldden alleen Hellas en Westlandia zich en ik ben niet iemand die mezelf bij clubs gaat aanbieden. Uiteindelijk ben ik nog een jaar bij Verburch gebleven en daarna op advies van mijn toenmalige jeugdtrainer Jan Hijmans (in 2019 overleden, red.) naar VELO gegaan.”

De stap omhoog

Bij VENECO/VELO, dat in 2019 naar de eerste divisie promoveerde, hoopt men de stap naar de absolute handbaltop van Nederland te kunnen maken. De afgelopen jaren is er in Wateringen flink ingezet op de jeugdopleiding, wat op termijn vruchten voor het eerste team moet afwerpen. “Het doel van de vereniging is om met de dames binnen drie jaar te promoveren. Dat wordt pittig, maar de selectie is de laatste jaren echt naar elkaar gegroeid”, zegt Zuijderwijk, eveneens opbouwster, die hoopt de stap omhoog met haar team nog te kunnen meemaken.

Ook in Poeldijk kijkt men omhoog. Verburch kende in oktober een vliegende competitiestart, maar de ambities om het stapje hogerop te maken, moeten door de coronastop nog even de ijskast in. Van Zeijl: “We hadden de eerste twee duels van Hellas en Westlandia gewonnen en waren dus goed op weg naar een mooi resultaat. Hopelijk kunnen we snel weer competitie gaan spelen, we hunkeren naar het kampioenschap.”