Op de pijp met... Ted van der Parre

Nieuws
Afbeelding
(Foto: Ton van Zeijl)

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Ted van der Parre.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Hij was ‘de sterkste man ter wereld’. Maar ook toen het in het leven minder ging toonde Ted van der Parre (65) veerkracht èn ontdekte hij dat je niet zwak bent als je soms hulp nodig hebt. “Je denkt dat de drempel om om hulp te vragen hoog is, maar dat valt best mee”. Ted is single, heeft vijf kinderen, drie kleinkinderen en woont in Honselersdijk.

Waar kom je vandaan?

Ik ben geboren in Amsterdam, maar toen ik drie maanden was maakten mijn ouders de goede beslissing om naar Ter Heijde te verhuizen omdat mijn vader bij de politie in Monster ging werken. Hij heeft daar zijn hele leven met veel plezier gewerkt en heeft onder andere de strandpolitie helpen opzetten. Ik denk dat hij zich in zijn graf omdraait omdat die opgeheven is. Het was heerlijk om in De Heij op te groeien.

Wilde je zelf ook bij de politie?

Alsjeblieft niet! Ik was toch meer een losbol, hou van alles en nog wat. Ik begon op de Rehobothschool, maar na wat problemen daar ging ik naar de Willemschool, vervolgens naar de LTS en de mavo. Toen had ik nog de gedachte om door te gaan leren, maar ondertussen kreeg ik toch meer aandacht voor de dames en het uitgaan. Dus ik eindigde uiteindelijk in de kassenbouw. Eerst een aantal jaar in loondienst, en daarna begon ik met Peter van Trigt mijn eigen bedrijf. Dat waren de mooiste jaren van mijn leven. Kassenbouw is een mooi beroep. Lekker buiten, lekker vrij. Ik heb door heel Europa gezworven.

Ook wel een zwaar beroep...

Dat is het zeker ook. Heel fysiek. Alles sjouwen op de bult. En zeker in die tijd keken we niet nauw hè. Bij het bouwen van bedrijfsloodsen sjouwden we met de hand onderdelen waar anderen een kraan voor lieten komen. Ook een beetje bravoure hè, ‘rot op met je kraan’.

De gevolgen merk je pas later...

Een paar jaar geleden zat ik met een hele groep ouwe kassenbouwers. De één had versleten knieën, de andere last van z’n heupen. We hadden allemaal wel wat. Bij mij is er ook van alles kapot. Niet alleen door het werk, ook door andere oorzaken. Een motorongeluk waarbij ik geen helm ophad, een boomstam op mijn hoofd... Ik heb onder anderen een hersenbeschadiging opgelopen waardoor mijn korte termijn geheugen niet goed meer werkt. Ik leef met briefjes.

Daar zal jouw krachtsport ook aan hebben bijgedragen...

Nou ja, die boomstam dus. En natuurlijk is het niet gezond als je een vrachtwagen of een vliegtuig gaat trekken. Hoewel dat wel mijn favoriete onderdeel van ‘de Sterkste Man’ was.

Hoe ben je zo in dat wereldje verzeild geraakt?

Ik heb altijd al veel gesport. Wel met een pakje shag erbij. Budo sporten, lange afstand lopen en zwemmen. Stapte ik bij De Heij in Zee, zwom ik naar de Hoek en liep dan terug. Ik heb ook een jaartje American Football gespeeld bij The Hague Raiders. We werden dat jaar landskampioen, maar daarna zakte het in. In 1978 zag ik voor het eerst De Sterkste Man op TV. Vond ik wel leuk. In 1981 ben ik een keer de sportschool ingestapt. Ik zag het wel zitten. En dan rol je er in. Eerst met lokale wedstrijden, Sterkste man van het Westland en zo, en uiteindelijk bij de landelijke wedstrijd, indertijd georganiseerd door de AVRO. De eerste keer in 1984 werd ik vierde. Dat was toch niet niks met grote namen erbij als Ab Wolders, Cees de Vreugd en Siem Wulfse. Vervolgens was er een paar jaar geen wedstrijd, maar in 1989 werd ik nèt tweede achter Tjalling van den Bosch. Daar spoog ik wel van. Maar in 1991 kreeg ik mijn revanche en won ik. Net als in 1992 en 1994. In 1992 werd ik in IJsland ook Sterkste Man van de Wereld. Tot op vandaag ben ik de enige Nederlander die dat gelukt is. Dat waren natuurlijk niet de enige wedstrijden waar je aan meedeed. Je ging naar van alles. Mooi waren de Highland Games in Schotland. Daar leer je ook whisky drinken. Het is een mooi wereldje. Er is weinig haat en nijd. Je kent en respecteert elkaar.

Was dat te combineren met je werk?

Nee. Dus op een gegeven moment hebben we het bedrijf opgeheven. Er kwamen sowieso ook steeds meer aanbestedingsregels en ander gedoe waardoor het werk al minder leuk was. Ik ben vervolgens ruim 25 jaar portier geweest bij diverse gelegenheden in Den Haag. Want van dat Sterkste Man gebeuren wordt je niet rijk, althans, niet in Nederland. Lastig was wel dat de wedstrijden meestal ook in de weekenden waren. Stond je tot vijf uur te werken, ging je om 10.00 uur op weg naar ergens in het land, ‘s avonds weer werken en dan de dag erop weer een wedstrijd.

Keken mensen anders naar je omdat je de sterkste man was?

Ik had weinig problemen bij het portieren. Het was eerder dat mensen met je op de foto wilden dan op de vuist. Dat hoort erbij en is leuk en vervelend tegelijk. Je had aandacht, ook van vrouwen, maar je privé is wel weg. In Friesland, waar de sport echt leefde, werd ik echt op handen gedragen. In het Westland waren ze dan vaak juist weer heel nuchter. Gewoon eerlijk.

Waarom ben je gestopt?

In de jaren ‘90 moest ik al minderen vanwege een spierscheuring. In 2003 kwam ik in het ziekenhuis en mocht ik van de ene dag op de andere niet meer sporten. Ja, een beetje cardioën. Dat was echt een klap in m’n gezicht.

En daarna werd het het leven ook op andere terreinen moeilijker...

Ik werkte via een beveiligingsbedrijf bij een gevangenis. Leuk werk, je komt allemaal bekenden tegen. Maar de eigenaar van het bedrijf verdween met de noorderzon. Bedrijf failliet. Geen geld. Vervolgens raakte ik in de ziektewet en daarna heb ik niet meer zoveel gedaan. Veel gedoe gehad met het UWV. Tot rechtszaken aan toe. Soms had ik geen boter om op m’n brood te smeren. Maar geld interesseert me weinig. Ik ben niet materialistisch. Ik mis de sport wel. Het is klote dat je dingen wil maar dat ‘t niet gaat. De barricade in mij is sterker dan ik.

Hoe ben je in Honselersdijk terecht gekomen?

Mijn laatste huwelijk liep ook mis en vervolgens was het moeilijk een huis te vinden. Vaders worden echt benadeeld in scheidingen, is mijn ervaring. Ik heb twee jaar in Poeldijk in twee kleine kamers gewoond. Lastig met co-ouderschap. Toen het huurcontract niet werd verlengd heeft Vitis Welzijn me geholpen met het vinden van een huis. Heel blij mee, maar er moest wel het nodige aan gebeuren. Alles was roze geverfd. Met een kameraad ben ik begonnen met schilderen en laminaat leggen, maar we kregen het niet af. Teveel pijn in m’n poten en m’n rug. We konden op een gegeven moment niet meer overeind komen. Vitis heeft toen de stichting Kleine Ingrepen Mooie Gevolgen (KIMG) ingeschakeld en die hebben me heel mooi geholpen. Robert heeft het laminaat afgemaakt in de keuken en de gang en mooie plinten gelegd. Jeroen en Kees hebben wat deuren geverfd.

Dat was heel fijn, stel ik me voor...

Het is waardeloos dat je het zelf niet meer kan. Maar Via Vitis ontdekte ik dat er heel veel lieve mensen zijn die iets voor me willen doen. KIMG is echt Westlanders onder mekaar; elkaar zien te helpen. Het is echt mooi dat dit bestaat. En je denkt vooraf heel vaak dat de drempel hoog is, maar dat is niet zo. Het is juist heel toegankelijk. Even bellen of langs gaan bij Vitis en dan gaan er dingen lopen.

Hoe kijk je terug?

Je moet geen spijt hebben van de dingen die je doet. Je maakt nu eenmaal keuzes. Ik zou ‘t zo weer overdoen. Nu gaat het allemaal best goed. Ik heb zo m’n dingetjes te doen. De hond van een vriend uitlaten, m’n sierduiven... Mijn kinderen en kleinkinderen. Ja, er waren ruige tijden, maar het is ook saai als alles volgens het boekje gaat!

Op de pijp met is naar een idee van Peter en Ton van Zeijl.