Familiegeschiedenis: Maasdijkse ‘Andy’ Olsthoorn zocht tuinbouwgeluk in Canada (1)

Nieuws
De broers Niek, Aad en Wim.
De broers Niek, Aad en Wim. (Foto: Privé)

In deze rubriek geven we een inkijkje in bijzondere gebeurtenissen uit het verleden van een specifieke persoon of familie die van belang was voor de ontwikkeling van tuinbouw of de streek Westland. Deze keer Aad (Andy) Olsthoorn 1930-1998. Hij was van belang voor de ontwikkeling van bloementeelt rond de Canadese stad Toronto.

‘Andy Olsthoorn van Lakeshore Produce was witheet.’ Zo begint een verhaal in een boek over de ontwikkeling van de tuinbouw in Canada rond Toronto. Daar wordt het levensverhaal van de pioniers in de tuinbouw omschreven. Aad Olsthoorn uit Maasdijk speelde een belangrijke rol door, bij gebrek aan veilingen, de handel te stimuleren.

 
Het was net voor Pasen in 1974. De drukste tijd van het jaar voor de bloemenhandel. Alle trucks op weg naar bloemenwinkels in de VS werden voor de grens aangehouden. Ze mochten niet de grens over. Er moesten van de beambten per se bepaalde stickers met ‘Produce of Canada’ op de verpakking van de potplanten staan in plaats van de normale teksten. Het was onmogelijk direct aan deze onverwachte eis te voldoen zonder hoge kosten en lange vertragingen. Ook konden Lakeshore en andere handelaren niet aan deze onredelijke eis voldoen. Ze zouden de planten niet meer kwijt kunnen na Pasen omdat de winkels al voorzien waren door andere leveranciers. Andy Olsthoorn van LakeshoreProduce was witheet en wist dat hij weinig tijd had om in actie te komen. Andy, zoals Aad in Sint Catharines werd genoemd, was altijd nadrukkelijk aanwezig met zijn imposante gestalte van 1,95 m. Als hij ergens van overtuigd was, wist hij dat altijd vurig te verdedigen.

“In die tijd werd het bedrijf steeds groter en het was juist voor die Pasen dat we vrachtwagens vol bloemen hadden verstuurd”, zei Rita de vrouw van Andy. Andy vloog eerst naar Ottowa, maar kon nergens terecht bij het Ministerie van Handel. Daar hoorde hij dat een bepaalde senator in de VS de oorzaak was van deze maatregel. Dus hij stapte op het vliegtuig en ging rechtstreeks naar het kantoor van die senator en eiste een gesprek met hem, maar die weigerde hem eerst te woord te staan. Andy, een grote vent, wist van geen wijken en bleef in dat kantoor rondhangen. Andy liet zich niet zomaar wegsturen en bleef aandringen de senator te spreken. Uiteindelijk wist hij bij die senator door te dringen en vertelde zijn verhaal; over dat alle bloemen verloren zouden gaan. De senator liet zich overtuigen en pakte daarop de telefoon en belde direct naar de douanepost om de maatregel ongedaan te maken. Alle trucks mochten na de vertraging van drie dagen eindelijk verder rijden naar hun klanten om de bloemen af te leveren. Andy werd bij thuiskomst als een held onthaald met een groot feest.

Gunterweid

Aad Olsthoorn kon in en rond Maasdijk in zijn jeugd al goed handelen. Dat bleek al in de oorlog met de Duitsers bijvoorbeeld. Hij wist altijd wel wat groenten en aardappelen te ruilen voor chocola of sigaretten met de soldaten in de bunkers van het Staelduinse Bos. Na de oorlog werkte hij bij zijn vader op het land en in de tuin en daar kwam hij al gauw tot de conclusie dat hij als jongste zoon maar beter zijn geluk elders kon zoeken. Het ouderlijk huis aan het eind van de Groeneweg langs de Oranjesluisweg werd door de Duitsers in beslag genomen en werd gesloopt. In De Lier vond het gezin van Willem Olsthoorn en Bertha (Engelbertha) Persoon met vijf meisjes en vijf jongens tijdelijk onderdak. Met moeite kon zijn vader, die eigenlijk boer was, een nieuw tuinbouwbedrijf opzetten met behulp van Bertus van Leeuwen, die als wees in het gezin werd opgenomen.

In 1951 vertrok Aad met een paar vrienden naar Canada met het idee dat daar een betere toekomst in de tuinbouw en misschien wel in de handel voor hem was weggelegd. Hij vroeg nog wat dollars mee aan zijn vader. Die zei dat die niet in Holland gemaakt worden. Hij moest ze zelf ‘gunterweid’ maar gaan verdienen.

Babbelen

Hij kwam in de buurt van Ottawa terecht bij een boer, die zich over hem ontfermde als sponsor. Geluk heeft hij de eerste jaren zeker niet gehad. Zijn eerste auto bijvoorbeeld ging na een paar dagen al in vlammen op toen de garage waar die voor een beurt was afbrandde. Zijn volgende job was in het Simcoe gebied in de buurt van Toronto, waar hij met zijn vrienden tabaksbladeren ging plukken. Er volgden nog een paar baantjes in een koper-nikkelmijn en een tunnelproject in het verre Brits Colombia aan de westkust. Enkele van zijn vrienden vonden het welletjes en gingen terug naar Nederland, maar hij hield vol en was vastbesloten de eenzaamheid en het ruige werk te weerstaan. Hij wilde niet als een mislukkeling op hangende pootjes terug naar zijn vader. Na een jaar al waren zijn vrienden Hanemaaijer en Boekestein weer terug in Canada omdat het in Holland ook niet beviel. Aad had ondertussen een mooie auto verdiend en wilde met vakantie naar Nederland. Daar ontmoette hij zijn vrouw Rita Ammerlaan op een kermis in Schipluiden. Hij wilde al direct dat ze meeging naar Canada, maar haar vader was daar pertinent op tegen. Na een jaartje brieven schrijven wist Rita nog niet veel. Aad kon beter babbelen dan schrijven. Rita had wel zin in een avontuur en besloot toch maar de reis te boeken. Samenwonen mocht toen niet zonder getrouwd te zijn. Andy werkte hard als truckdriver en was de hele week van huis. Rita vond een baan als huishoudster onder meer op een pastorie om de taal te leren. Ze spaarden al hun loon om zo snel mogelijk iets te kunnen kopen. Om een huis te huren moest je perse getrouwd zijn. Eindelijk was er een huurhuisje beschikbaar en in september 1956 trouwden ze.

Verkoper

Na een jaar konden ze een kleine tuin met een oud huis kopen in Kitchener, waar ze zich gingen toeleggen op het telen van bloemen voor bloemstukjes. Er was gelukkig nog een werknemer die alles wist van bloemschikken. Rita raakte in verwachting van een tweeling, waarvan een baby het niet haalde. De zoon die bleef leven noemden ze Neil. Omdat Kitchener best ver van hun vrienden lag besloten ze de boel te verkopen en terug te keren naar St. Catharines. Andy kreeg gaandeweg groene vingers en op zijn nieuwe tuin in Beamsville liet hij een kas bouwen van 1 ha voor stooktomaten. Het noodlot sloeg opnieuw toe. Bij een hevige storm overstroomde zijn tuin en de oogst was verloren. Ook de teelt van leeuwenbekjes daarna was geen succes, omdat daar geen markt voor was. De verkoop van de tomaten lukte ook niet zo goed. De verkoper kwam er elke dag weer mee terug. “Er zijn te veel tomaten op de markt”, zei die. Andy ging het zelf maar proberen en vanaf de eerste dag stond hij om half vier op om vroeg op de markt te zijn. Híj raakte wel alles kwijt en vanaf die dag heeft hij nooit meer in de tuin gewerkt. Hij werd de verkoper voor veel andere tuinders in de buurt.

Ze verkochten de tuin en het huis weer en trokken in een huurhuis in St. Catharines, waar Andy zich helemaal toelegde op de handel in groenten, bloemen en fruit voor steeds meer tuinders in de weide omgeving. Ondanks dat het gaandeweg beter ging kon Rita nog steeds niet wennen en had steeds zoveel last van heimwee, dat ze uiteindelijk met de pas geboren baby Wilma en Neil alleen terug ging naar haar ouders in Schipluiden. Daar schreef ze Andy dat ze wel veel van hem hield maar niet terug wilde naar Canada. Hij moest ook maar weer naar Holland komen als hij hen niet in de steek wilde laten. Na vijf maanden kon Andy het niet langer uithouden en ging terug naar zijn vrouw en kinderen....

Bron: Dit stuk werd vertaalt en ingekort door Willem Kester. De oorspronkelijke tekst komt uit het boek ‘Floral Passion’ geschreven door Albert van der Mey en uitgegeven door John van Kooten. Het boek beschrijft een aantal Nederlandse emigranten die zich met veel doorzettingsvermogen de bloementeelt rond het gebied van de Toronto en Niagara Falls van de grond kregen. Heeft u ook een familiegeschiedenis die het waard is om te vertellen? Mail deze dan naar Piet van der Valk op pamvdvalk@gmail.com en mogelijk komt uw verhaal in Het Hele Westland.